to reserve
[verb]
[re-ser-ve-ren, re-ser-veer-de, ge-re-ser-veerd]

You will hear both “reserveren” and “een reservering maken”, but “reserveren” is more common. The past participle “gereserveerd” is also used as an adjective or adverb, see the Related words.
(Photo: Frederico Duarte (flickr.com) – some rights reserved.)

Examples:
– “Deze parkeerplaats is gereserveerd voor de ambassadeur van Turkije.” 
(“This parking space is reserved for the ambassador of Turkey.”)

– “Goedemiddag, met Sander, ik zou graag twee kaartjes reserveren voor de show ‘Yankee Come Back‘ van vanavond.”
(“Good afternoon, this is Sander (speaking), I would like to reserve two tickets for tonight’s show ‘Yankee Come Back’.”)

– “Goedenavond, wij zouden hier graag eten.” – “Ehm, hebt u gereserveerd?”
(“Good evening, we would like to have dinner here.” – “Hm, have you made reservations?”)

– “Wist je dat je op de site www.belbios.nl voor alle films in Nederland kaartjes kan reserveren?”
(“Did you know that at www.belbios.nl you can reserve tickets for all movies in the Netherlands?”)

– “Reserveren? Voor vanavond? Nee joh, die film draait al weken, dat is echt niet meer nodig.”
(“Reserve tickets? For tonight? No way, that movie has been playing for weeks, it is really not necessary anymore.”)

Related words:
– Reservering: reservation [noun] [de reservering, de reserveringen].
– Gereserveerd: reserved [adverb/adjective].

Example:
– “Onze nieuwe buurman is een aardige man, maar hij komt toch nog wat gereserveerd over.”
(“Our new neighbour is a friendly guy, but he still comes across a bit reserved.”)