Vertrouwen

1. trust, confidence Iconspeaker_3 Vertrouwen
[noun]
[het ver-trou-wen, no plural]

"Vertrouwen" can be both the noun "trust" and the verb "to trust"
(see second meaning below). Don’t mix it up with "trouwen" ("getting
married"), to which it has no connection.

Examples:
– "Hij gaf mij het vertrouwen dat ik nodig had om die baan te krijgen." 
("He gave me the trust I needed to get that job.")

– "In het afgelopen jaar is het vertrouwen in de regering sterk gedaald." 
("During the past year, the confidence in the government has decreased sharply.")

– "Ik heb er vertrouwen in dat we de economie er weer bovenop kunnen helpen." 
("I’m confident that we can help restore the economy again.")

– "Ik kwam hier al als kind, dit is voor mij een vertrouwde omgeving." 
("I used to come here as a kid, this is a very well-known environment for me.")

– "Toen hij eindelijk zijn studie had afgerond, ging hij zijn werkend leven vol vertrouwen tegemoet."
("When he had finally finished his studies, he entered his working life full of confidence.")

2. to trust, to confide in Iconspeaker_3
[verb]
[ver-trouw-de, ver-trouwd]

Examples:
– "Ik vertrouwde hem blindelings, maar hij heeft mijn vertrouwen geschonden." 
("I trusted him completely, but he betrayed my trust.")

– "Je bent te goed van vertrouwen, terwijl ik niemand vertrouw!" 
("You trust people too easily, whereas I don’t trust anyone!")

– "Pas op voor haar, ze is niet te vertrouwen." 
("Watch out for her, she’s not to be trusted.")

– "Nadat zijn vriendin een keer was vreemdgegaan, vertrouwde hij haar niet meer." 
("After his girlfriend cheated on him once, he didn’t trust her anymore.")

Related words:
– Vertrouwd: easy to recognize, well-known [adverb/adjective].

Geweldig

great, fantastic, terrifc, tremendous [adverb/adjective] [ge-wel-dig] Iconspeaker_3

"Geweldig!" is better than good, it means "great!", "terrific!" or "fastastic". Synonyms are "fantastisch" and "super". Don’t confuse it with "geweld" which means "violence" or "force".

Examples:
– "Vond je het leuk?" – "Ja, ik heb geweldig genoten van de voorstelling!" 
("Did you enjoy it?" -"Yes, I really enjoyed the performance/I thought it was a fantastic performance.")

– "Heb je die baan gekregen die je zo graag wilde? Wat geweldig!" 
("Did you get that job that you wanted so badly? That’s fantastic!")

– "Lieverd, je bent geweldig!" 
("Honey, you’re great!")

– "Ik heb vorig jaar een fantastische rondreis gemaakt door China; het was echt een geweldige ervaring!" 
("I made a terrific journey through China last year; it really was a fantastic experience!")

– "Zijn nieuwste film is een geweldig succes!" 
("His latest film is a tremendous success!")

– "Hij heeft me geweldig geholpen met mijn verhuizing naar Amsterdam." 
("He’s been an enormous help when I moved to Amsterdam.")

Related words:
Gaaf: awesome, brilliant [adverb/adjective].
– Geweld: violence, force [noun] [het geweld, <no plural>].

Example:
– "De politie gebruikte geweld tegen de krakers."
("The police used violence against the squatters.")

– Tof: great, fabulous [adverb/adjective].
– Fantastisch: fantastic, great, terrific [adverb/adjective].
– Super: super, fantastic [adverb/adjective]. Geweldig_2

Extra:
The picture is taken from the website ikbengeweldig.nl ("I am great.nl"), a site promoting volunteering for young people. The text says: "you are great!" The site also has a test to measure how great you are 😉