Oor

ear Iconspeaker_3
[noun] Dumbo
[het oor, de o-ren]

"Oor" translates to "ear". Related verb is "horen": "to hear". Don't confuse "oor" with "oog": "eye". There are a lot of expression with "oor", check them out at the section Expressions!

Examples:
– "Haar oren zijn de mooiste in de wereld, perfect gewoon…" 
("Her ears are the most beautiful in the world, just perfect…")

– "De manier waarop ze aan mijn oren knabbelde…ik mis haar verschrikkelijk…" 
("The way she nibbled my ears…I miss her terribly…")

– " <uit: Roodkapje> Grootmoeder, wat heeft u grote oren…" – "Dan kan ik je beter horen, kind!" 
("<from: Little Red Riding Hood> Grandmother, what big ears you have…" – "All the better to hear with my child!")

– "Ik luister wel, maar ik hoor niks…" – "Je moet je oren laten nakijken, volgens mij word je doof…" 
("I am listening, but I'm not hearing anything…" – "You have got to get your ears checked, I think you're getting deaf…")

Expressions:
– "Wie niet horen wil, moet voelen": (lit.: who won't hear, must feel) he that will not be taught must suffer.
– "Ergens oren naar hebben": (lit.: to have ears for something) to like an/the idea.
– "Het gaat het ene oor in, en het andere weer uit": it goes in at one ear and out at the other.
– "Een en al oor zijn": to be all ears.
– "Op een oor liggen": (lit.: to lay on one ear) to sleep, to be in bed.
– "Zijn oren spitsen": to prick up one's ears.
– "Iemand om zijn oren slaan": to box a person's ears.
– "Ter ore komen": to come to ears.
– "Tot over de oren in het werk / in de schuld zitten: to be up to one's ears in work / debt.
– "Tot over zijn/haar oren verliefd zijn": to be head over heels.

Related words:
– Doof: deaf [adjective].
– Flapoor: lop ear [noun] [het flapoor, de flaporen].
– Gehoorzaam: obedient [adjective].
– Horen: to hear [verb] [horen, hoorde, h. gehoord].
– Oorbel: earring [noun] [de oorbel, de oorbellen].

Example:
– "Dat zijn prachtige oorbellen! Waar heb je die vandaan?"
("Those are beautiful earrings! Where did you get them?")

– Oorlel: earlobe [noun] [de oorlel, de oorlellen].
– Oorsmeer: ear wax [noun] [het oorsmeer, <no plural>].

Extra:
Check out this song by former Dutch ska band "Doe Maar". The lyrics contain the lines: "…tot over mijn oren smoorverliefd op jou…"

OOR is also the oldest currently published music magazine in the Netherlands. Check it out at www.oor.nl.

Luisteren

to listen Click to listen
[verb]
[luis-te-ren, luis-ter-de, ge-luis-terd]

Luisteren "Luisteren" is pretty much used the same way as in English, e.g. you can listen to music or somebody sing, but you can also do what somebody tells you to do ("luisteren naar iemand"). The Dutch verb for "to hear" is "horen".

Examples:
– "Heb jij vanochtend geluisterd naar het DWOTD interview op English Breakfast Radio Amsterdam?" – "Nee joh, wat boeit mij dat nou!" 
("Did you listen to the DWOTD interview on English Breakfast Radio Amsterdam this morning?" – "Nooo, what do I care?!")

– "Ik hoor je wel, maar ik luister lekker niet!" 
("I do hear you, but I'm not listening, ha!")

– "De buurvrouw is ten einde raad, want haar kinderen luisteren niet meer naar haar." 
("The neighbour is at a complete loss what to do, because her children have stopped listening to her." 'Ten einde raad' can also be translated as "desperate (without a solution)".)

– "Jongen, luister nou naar mij; ik heb hier ervaring mee…" 
("Mate/dude, just listen to me; I have experience with this…")

– "Mijn vriendin zegt dat ik nooit naar haar luister. Maar ik kan er toch niets aan doen dat zij zo slecht articuleert?" 
("My girlfriend says that I never listen to her. But I can't help it that she articulates that badly, can I now?")

– "Luister eens! Volgens mij hoor ik daar een leeuwerik!" 
("Listen up! I think I hear a lark over there.")

– "Luister jij naar je moeder?" – "Nou, alleen als ze piano speelt! ;-)" 
("Do you listen to your mother?" – "Well, only when she plays the piano! ;-)")

– "Bedankt dat je even naar me hebt willen luisteren. Je bent echt een grote steun voor mij!" 
("Thanks for listening to me. You are really a big support to me.")

Expressions:
– "Dat luistert nauw": that requires precision. This expression can be used for things you do, but also when reasoning.

Related words:
– Luisteraar: listener [noun] [de luisteraar, de luisteraars].
– Fluisteren: to whisper [verb] [fluisterde, gefluisterd].
– Afluisteren: to eavesdrop on [verb] [luisterde af, afgeluisterd].

Example:
– "Pas maar op, voordat je het weet wordt je afgeluisterd!"
("You had better be careful, before you know it they will eavesdrop on you!")

– Luistervink: eavesdropper (informal), nosy person that eavesdrops [noun] [de luistervink, de luistervinken]. From the bird "vink": finch.
– Horen: to hear [verb] [hoorde, gehoord].
– Oor: ear [noun] [het oor, de oren].