victim
[noun]
[het slacht-of-fer, de slacht-of-fers]
"Slachtoffer" is composed of "slacht" and "offer", which respectively translate to "slaughter" and "sacrifice"…a "slachtoffer" is not doing very well…
Examples:
– "Ten minste twaalf doden door treinongeval Spanje."
("At least twelve victims dead in train accident Spain.")
– "Sally is het slachtoffer geworden van een billenknijper."
("Sally has fallen victim to a bottom squeezer.")
– "De verdediger werd het slachtoffer van de schwalbe van de aanvaller: de scheidsrechter gaf hem onterecht een rode kaart."
("The defender became the victim of the striker's fake dive: the referee gave him an undeserved red card.")
Expressions:
– "Het kind van de rekening zijn": to be the victim, to suffer, to pay the piper, to carry the can.
Example:
– "Polici kletsen veel, en doen niks. De gewone man is het kind van de rekening."
("Politicians talk a lot of nonsense, and do nothing. The man in the street is suffering." Lit.: …the common man…".)
Related words:
– Offer: sacrifice [noun] [het offer, de offers].
– Slager/slachter: butcher [noun] [de slager, de slagers].
– Slachten: to kill, to slaugther [verb] [slachten, slachtte, h. geslacht].
Example:
– "Argentinië – Noord-Korea 7-0…een slachtpartij…"
("Argentina – North-Korea 7-0…a massacre…" Lit.: "…a slaughter party…")