unknown, unfamiliar (with)
[adjective]
[on-be-kend]
The adjective ‘onbekend’ has two general translations: ‘unknown’ and ‘unfamiliar / unacquainted (with)’. In case of the latter, it is also common to use ‘niet bekend’. The related noun is ‘onbekende’ the meaning of which changes depending on the article: ‘het onbekende’ is ‘the unknown’ and ‘de onbekende’ is ‘the stranger / the unknown person’.
Examples:
– “Hé, heb je een nieuwe broek? Duur zeker?!” – “Nee hoor, niet alles wat mooi is hoeft duur te zijn; het is een onbekend merk.”
(“Hey, are those new pants? Expensive I presume!” – “On the contrary, not everything that’s nice is expensive; it’s an unknown brand.”)
– “Heb jij deze film wel eens gezien?” – “Ik weet het niet zeker, de titel komt me niet onbekend voor… Maar laten we gewoon gaan kijken!”
(“Have you seen this movie before?” – “I am not sure, the title is somewhat familiar to me… But let’s just watch it!” It’s common in Dutch to use the construction ‘niet on-[adjective]’ instead of ‘[adjective]’ to say that it is ‘somewhat [adjective]’ 🙂 E.g. ‘niet onaardig’ instead of ‘aardig’ or ‘niet onverdienstelijk’ instead of ‘verdienstelijk’. Note the use of the construction ‘het komt me voor’: it appears/seems to me…)
– “En je weet het, niet met onbekende mannen praten, en voor middernacht weer thuis!”
(“And don’t forget, don’t talk to strange men, and home before midnight!” Lit.: “And you know, …”)
– “Ken jij de Onbekendegracht in Amsterdam?” – “Bedoel je de Onbekendegracht, of de onbekende gracht??”
(“Do you know the Onbekendegracht in Amsterdam?” – “Do you mean the Onbekendegracht, or the unknown canal??”)
– “Ken je dat meisje?” – “Nee echt niet, ze is mij volslagen onbekend!”
(“Do you know that girl?” – “No, honestly, she is a complete stranger to me!” Lit.:”…, she is completely unknown to me!”)
– “Weet u de weg naar de Leidsegracht?” – “Nee sorry, ik ben hier zelf ook onbekend.”
(“Do you know how to get to the Leidsegracht” – “No, I’m sorry, I’m a stranger here myself.” Note that it is also common to say ‘ik ben hier niet bekend’.)
– “De dieven zijn aan hun arrestatie ontkomen en, naar men mag aannemen, met onbekende bestemming vertrokken.”
(“The thieves escaped their arrest and have presumably left for parts unknown.” Lit: “…left with unknown destination.” Note that the translation ‘naar men mag aannemen’ (‘as one may assume’) for ‘presumably’ is formal.)
Expressions:
– “Onbekend maakt onbemind”: unknown, unloved.
– “De onbekende soldaat”: the Unknown Soldier.
Example:
– “Het is allemaal voorbij voor de onbekende soldaat.”
(“It’s all over, for the unknown soldier.” From the song ‘The Unknown Soldier‘ by The Doors.)
Related words:
– Bekend: familiar, known [adjective].
– De onbekende: the stranger, the unknown person [noun] [de onbekende, de onbekenden]. The opposite would be ‘de bekende’: the acquaintance.
– Het onbekende: the unknown [noun] [het onbekende, <no plural>].
– Bekennen: to admit, to confess [verb] [bekende, bekend].
– Anoniem: anonymous [adjective].