Zeker

absolutely, sure, certain Iconspeaker_3
[adverb/adjective]

"Zeker" can mean many things: it can be used as an affirmative reply to a question ("absolutely!") but Zeker_3 also in both meanings of "certain" (see Examples) and when referring to people as "confident". Its antonym is "onzeker" and is mostly used in the translation "insecure".

In reply to a question, sometimes "ja" is added: "jazeker", which makes the affirmation even stronger.

Examples:
– "Gaan we nog naar het theater vanavond?" -" (Ja)zeker, ik heb me er de hele week op verheugd!" 
(-"Are we still going to the theatre tonight?" -"(Yes) absolutely, I’ve been looking forward to it all week!")

– "Heb je een leuke Bevrijdingsdag gehad? -"Jazeker! Ik ben naar een van de festivals gegaan." 
(-"Did you have a nice Liberation Day?" -"Absolutely yes! I went to one of the festivals." )

– "Ik weet zeker dat zij dat een leuk cadeau zou vinden." 
("I know for sure that she would like that present.")

– "Het is zeker dat Jacob Zuma de nieuwe president van Zuid-Afrika wordt." 
("It’s certain that Jacob Zuma will be the new president of South-Africa.")

– "Ik ben er zeker van dat het gezellig wordt als hij er bij is." 
("I’m sure that it will be great fun if he’ll be there.")

– "Hij heeft zo’n drukke baan dat hij zeker weer geen tijd heeft om af te spreken." 
("He has such a busy job that he probably won’t have time to meet up [he never does].")

– "Zij komt erg zelfverzekerd over, terwijl hij erg onzeker lijkt." 
("She comes across very self-confident, whereas he seems quite insecure.")

– "Ik ben op zoek naar een zekere meneer Janssen." 
("I’m looking for a certain Mr. Janssen.")

– "In zekere zin heb je gelijk als je vindt dat Van Basten de juiste beslissing heeft genomen om Ajax te verlaten, maar aan de andere kant is het jammer." 
("In a way you’re right if you think that Van Basten made the right choice to leave Ajax, but on the other hand it’s a pity.")

Expressions:
– "Zeker weten": to know for sure.
– "Vast en zeker": definitely, certainly.
– "Zeker van zijn zaak zijn": to be absolutely sure of one’s ground.

Example:
– "Je brengt hem niet zomaar op andere gedachten, hij is zeker van zijn zaak."
("You won’t change his mind easily, he is absolutely sure of his ground.")

– "Het zekere voor het onzekere nemen": to be on the safe side.
– "Zijn leven niet zeker zijn": not be sure of one’s life.

Related words:
– Onzeker: insecure [adjective/adverb].
– Verzekeren: assure, insure, secure [verb] [verzekerde, verzekerd].
– Zelfverzekerd: self-confident [adjective/adverb].

Extra:
Instead of "vast en zeker", the Flemish use the expression "zeker en vast"…

One thought on “Zeker

  1. The expression “Zeker weten” should have received some prominence, it being such a much (even over-)used expression in The Netherlands today.
    “Het was een mooi feest.”
    Response, “Zeker weten.” (Sure thing)

Comments are closed.