elephant
[noun]
[de o-li-fant, de o-li-fan-ten]
Elephants do not belong to the domestic fauna of the Netherlands 🙂 You can only find them in the Dutch Zoos…
Examples:
– "Olifant Annabel is afgelopen zondag overleden nadat zij in een gracht gevallen was."
("Elephant Annabel passed away last Sunday after falling into a ditch.")
– "Weet jij het verschil tussen een Afrikaanse en een Indiase olifant?"
("Do you know the difference between an African and an Indian elephant?")
– "Een olifant heeft een lange slurf, slagtanden en grote oren."
("An elephant has a long trunk, tusks and big ears.")
– "Ik ben zo high als een papegaai…ik zie allemaal roze olifantjes…"
("I’m as high as a bird…I see pink little elephants everywhere…" Lit.: "I’m as high as a parrot…")
– "En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het verhaaltje uit…"
("Then came an elephant with a long snout who blew out the story…" Line to finish a children’s bed time story with.)
Expressions:
– "Van een mug een olifant maken": to make a mountain (out) of a molehill, to exaggerate. Lit.: "to make an elephant out of a mosquito".
Related words:
– Slurf: trunk [noun] [de slurf, de slurven].
– Slagtand: tusk [noun] [de slagtand, de slagtanden].
– Mug: mosquito [noun] [de mug, de muggen].
Wat een geweldig leuke bloG!