Bekentenis

confession
[noun]
[de be-ken-te-nis, de be-ken-te-nis-sen]

Bekentenis When you want to admit or confess something in Dutch, you use the verb "bekennen". The related noun is "bekentenis": confession. Contrary to the verb, the noun "bekentenis" is mostly used for something serious. When you go to confession in a church, the verb we use is "biechten", with noun "biecht".

Examples:
– "Een bekentenis is een verklaring van een persoon dat hij of zij een regel overtreden heeft [Wikipedia definitie]." 
("A confession is a statement by a person saying that he or she broke a rule [Wikipedia definition].")

– "Ik ben gekomen om een bekentenis af te leggen, ik heb gisteren een winkelier beroofd." 
("I have come to make a statement/confession, yesterday I robbed a shop (owner).")

– "De verdachte beweert dat zijn bekentenis onder dwang is afgenomen." 
("The suspect claims that he confessed under duress." Lit. "His confession was taken under duress.")

– "De rechter heeft het vonnis niet kunnen voltrekken omdat de getuige op het laatste moment zijn bekentenis heeft ingetrokken." 
("The judge was unable to execute the sentence because the witness withdrew his confession at the last moment.")

Related words:
– Valse bekentenis: false confession.
– Toegeven: to admit [verb] [gaf toe, toegegeven].
– Bekennen: to confess, to admit [verb] [bekende, bekend].

Example:
– "Ik moet je wat bekennen…" – "Wat dan?" – "Ik ben al jaren verliefd op je…"
("I have to confess something (to you)" – "What is it?" – "I've been in love with you for years…")

– (On)schuldig: (not) guilty [adjective/adverb].
– Veroordeling: sentence, conviction [noun] [de veroordeling, de veroordelingen].
– Biechten: to go to confession [verb] [biechtte, gebiecht].