Normaal gesproken

generally speaking, normally, usually Iconspeaker_3
[Dutch phrase of the week]

Man en vrouw praten met elkaar“Normaal gesproken” literally translates to “normally spoken”. “Gesproken” is the past participle of the irregular verb “spreken” [sprak, h. gesproken].

Examples:
– “Heb je een scheetje gelaten? Die zijn normaal gesproken niet te harden, bah…” 
(“Did you fart? The stench of your farts is usually unbearable, yuck…”)

– “Ik gebruik normaal gesproken een QWERTY toetsenbord.” 
(“I use a QWERTY keyboard, generally speaking.”)

– “Ik was mijn handen normaal gesproken met zeep nadat ik naar de w.c. ben geweest.” 
(“I normally wash my hands with soap after using the toilet.” Lit.: “…after I have been to the toilet.”)

Related words:
– Normaal: normal, usual [adjective/adverb].
– Spreken: to speak [verb] [spreken, sprak, gesproken].

Example:
– “Ik heb in het ziekenhuis met de dokter gesproken, ze hebben niks vreemds in mijn bloed kunnen ontdekken.”
(“I have spoken with the doctor in the hospital, they couldn’t find anything strange in my blood.”)