to read
[verb]
[le-zen, las, ge-le-zen]
"Lezen" translates to "to read", simple! Sometimes you may see the verb "voorlezen", which translates to "to read out", possibly combined with "hardop": "loud", see the last example.
Examples:
– "Ik lees de Dutch Word Of The Day iedere dag, echt helemaal te gek!"
("I read the Dutch Word Of The Day every day, really great!")
– "Heb je de krant al gelezen? Mag ik hem hebben?"
("Have you read the newspaper already? Can I have it?")
– "Wat een bijzondere peuter! Ze kan amper lopen, maar ze kan wel al lezen!"
("What a special toddler! She can barely walk, but she can read already!")
– "Vroeger printte ik bijna alles uit, maar met dit nieuwe scherm kan ik alles prima lezen."
("I used to print out almost everything, but with this new screen I can read everything just fine.")
– "De letters staan schots en scheef, dat maakt het moeilijk lezen."
("The letters are cluttered, that makes it hard to read.")
– "Frank leest zijn speech hardop voor." – "Dodelijk saai en slaapverwekkend…"
("Frank reads his speech out loud." – "Deadly boring and mind-numbing…")
Expressions:
– "Iemand de les lezen": to lecture someone.
Example:
– "Lees me niet zo de les! Ik betuttel jou toch ook niet zo?"
("Don't lecture me like that! I don't patronize you the same way, now do I?")
Related words:
– Boek: boek [noun] [het boek, de boeken].
– Schrijven: to write [verb] [schrijven, schreef, h./i. geschreven].
Example:
– "Wie heeft dit boek geschreven? Murakami? Ik vind het geniaal!"
("Who wrote this book? Murakami? I think it's brilliant!")
– Voordragen: to recite, to declaim [verb] [voordragen, droeg voor, h./i. voorgedragen].